Ophaalbrug en Bedieningspost

De brugverbinding bestaat uit een enkele ophaalbrug, als vervanging van de voormalige basculebrug van architect Piet Kramer uit 1920, met beelden en dekzerken van de beeldhouwer Hildo Krop.
Door ons werd voorgesteld om deze ornamenten in het nieuwe brugontwerp op te nemen. De hergebruikte gemetselde landhoofden met beelden en dekzerken zijn gespiegeld herplaatst en geïntegreerd in de nieuwe brugleuningen. De "bolwerken", die voorheen de doorvaart markeerden, sluiten nu aan op de kademuren.
In contrast met de robuuste balansconstructie werd het aanzicht zo transparant mogelijk gemaakt. Daartoe werden de opengewerkte hameistijlen, met daarin de hydraulische aandrijving, naast de landhoofden geplaatst. De gehele opbouw oogt hierdoor slanker. Een "dynamische" vormgeving, waarbij in iedere positie van de bewegende onderdelen een evenwijdig lijnenspel ontstaat, versterkt het transparante karakter. Middels de verlichting in de hameistijlen wordt ook 's avonds uitdrukking gegeven aan de brugbewegingen. Hameitorens en balanspriemen worden als één samenvloeiende vorm gezien.
Daar de brug in de hoofdvaarroute van Amsterdam ligt diende het val gefaseerd, in twee helften, te worden aangebracht; zowel het tramverkeer als de scheepvaart mochten niet stagneren tijdens de uitvoering. De onbelemmerde vrije doorvaartbreedte van de nieuwe brug in geopende stand bedraagt 11,80 meter; de doorvaarthoogte in gesloten stand 2,50 meter.
De besturing van de brug vindt plaats vanuit een eveneens door ons ontworpen bedieningspost. Deze is vrijstaand op een gezandstraalde betonkolom/leidingschacht in het water geplaatst, zodat aldus maximaal zicht op zowel het land- als het scheepvaartverkeer wordt geboden. Om de bouwtijd zo kort mogelijk te houden is gekozen voor een geprefabriceerde houten doosconstructie, aan de buitenzijde voorzien van antracietkleurige keramische tegels. Ruimtegebrek in de openbare ruimte heeft er toe geleid dat de gewenste fietsenstalling letterlijk onder het bouwvolume is gehangen.